Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

jun
29

Beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet gewijzigd

Vanaf 1 oktober 2014 kunnen organisaties die jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering uitvoeren, subsidie aanvragen voor bijzondere kosten die zij moeten maken voor de transitie naar gemeenten. De hiermee samenhangende gevolgen voor de instellingen geven in de praktijk een ander beeld dan was voorzien. De beleidsregels blijken te strikt geformuleerd om de doelstellingen te kunnen realiseren. Daarom is de regeling op een aantal punten gewijzigd. Als eerste is de beperking van een eenmalige subsidieverstrekking geschrapt. Het eenmalige karakter leidde tot subsidieaanvragen die gedeeltelijk bestaan uit aanvragen voor kosten waarvan niet met voldoende zekerheid vaststaat dat deze zich ook daadwerkelijk gaan voordoen. Vanaf nu hebben organisaties de mogelijkheid, in een later stadium opnieuw, aan de hand van een nieuwe – beter onderbouwde – aanvraag, subsidie aan te vragen. De Beleidsregels richten zich in principe nog steeds op het transitiejaar 2015.

Het is ook mogelijk geworden, subsidie te ontvangen, indien de inkoop door gemeenten op zich laat wachten.
Voor landelijke of boven regionaal werkende organisaties met een grote geografische spreiding bestaat namelijk het risico, dat er niet tijdig voldoende omzet wordt gegenereerd, bijvoorbeeld doordat de bevoorschotting niet tijdig op gang komt, of omdat enkele gemeenten er niet tijdig toe gebracht kunnen worden, vooraf verplichtingen aan te gaan.

De driejaarstermijn is komen te vervallen. Gemeenten blijken zeer terughoudend zijn om lange termijncontracten af te sluiten: het merendeel legt zich vast met contracten voor periodes van maximaal een jaar. Het is daarom onredelijk om nog uit te gaan van het principe, dat de organisatie aannemelijk maakt, over voldoende inkomsten te beschikken, om haar instelling gedurende drie jaar voort te zetten. 
De vereiste, dat de lasten en baten structureel met elkaar in evenwicht moeten zijn, is om dezelfde reden komen te vervallen: gemeenten kunnen (nog) geen langjarige garanties overleggen.

Organisaties moeten zelf voor zoveel mogelijk kosten dragen. In de nieuwe bepaling is ter verduidelijking opgenomen, dat subsidie voor onvermijdbare kosten alleen aan de orde is, als de subsidieaanvrager deze redelijkerwijs niet zelf kan dragen.
Aanvankelijk is uitgegaan van een standaard subsidie van 15%. In bepaalde gevallen blijkt echter ook een lager bedrag te volstaan. Aan het percentage is daarom de aanduiding 'maximaal' toegevoegd. Ten slotte zijn er wijzigingen aangebracht in de manier, waarop de verrekening bij de subsidievaststelling verloopt.
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot 1 april 2017, waarbij aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst. Voor de regeling geldt een subsidieplafond van € 200 miljoen.

Terug naar overzicht