Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

jan
29

Regeling schoon en emissieloos bouwmaterieel op de schop

Het doel van de regeling is om de stikstofuitstoot van bouwmaterieel (bouwwerktuigen, hulpfuncties, bouwvoertuigen en zeegaande bouwvaartuigen) te reduceren op een wijze die tevens zoveel mogelijk bijdraagt aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en het Schone Lucht Akkoord. De regeling moet helpen om de markt voor emissieloze mobiele werktuigen, bouwvoertuigen en zeegaande bouwvaartuigen verder tot wasdom te laten komen.

De regeling bevat drie verschillende subsidiesporen: Aanschafsubsidie (Hoofdstuk 2), Retrofitsubsidie (Hoofdstuk 3) en Innovatiesubsidie (Hoofdstuk 4).

De regeling is van kracht sinds 2023 en wordt jaarlijks geactualiseerd. Vorig jaar zijn er voorafgaand aan het subsidiejaar 2024 grote wijzigingen doorgevoerd om de regeling in lijn te brengen met de door de Europese Commissie herziene Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Naar aanleiding van de opgedane praktijkervaringen met betrekking tot deze wijzigingen en wensen vanuit de sector is nu opnieuw een aantal verbeteringen doorgevoerd.

Aanschafsubsidie
In de afgelopen jaren werd het subsidiebedrag verminderd met te ontvangen Milieu-investeringsaftrek (MIA). Dit leidde tot onzekerheid bij aanvragers over de te ontvangen bedragen. In sommige gevallen kwam het subsidiebedrag na verrekening met Milieu-investeringsaftrek op nul uit. Voor 2025 wordt daarom gebruik gemaakt van vaste percentages, zonder dat het subsidiebedrag wordt verrekend met te ontvangen Milieu-investeringsaftrek. Dit percentage hangt af van de omvang en belastingtarief van de onderneming.

Bij het bepalen van de subsidiepercentages is ervan uitgegaan dat de onderneming ook Milieu-investeringsaftrek ontvangt, en dat de som van Milieu-investeringsaftrek en subsidie zo dicht mogelijk uitkomt bij het volgens de staatsteunregels toegestane steunbedrag zonder dit te overschrijden.

De nieuwe subsidiepercentages zijn 14% voor kleine ondernemingen in het hoogste inkomstenbelastingtarief, 19% voor overige kleine en middelgrote ondernemingen, en 14% voor grote ondernemingen. Voor bouwwerktuigen of hulpfuncties aangedreven door waterstof of waterstofdragers gelden de percentages 30% voor kleine en middelgrote ondernemingen, en 25% voor grote ondernemingen, omdat deze niet in aanmerking komen voor Milieu-investeringsaftrek.

Als voor bouwvoertuigen SSEB wordt verstrekt, komen deze daarna niet meer in aanmerking voor Milieu-investeringsaftrek. Als voor bouwwerktuigen of hulpfuncties SSEB wordt verstrekt komen deze daarna nog wel in aanmerking voor Milieu-investeringsaftrek.

Retrofitsubsidie
Net als bij de aanschafsubsidie zijn ook de subsidiepercentages voor retrofit gewijzigd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de verschillende subsidiabele maatregelen. In de meeste gevallen gelden dezelfde percentages als voor aanschaf.

Er gelden afwijkende percentages voor de aanschaf en inbouw van een elektrische installatie op een zeegaand bouwvaartuig waardoor het vaartuig gebruik kan maken van stroom vanaf de wal en het aantoonbaar ten minste 25% van de energie op deze wijze verkrijgt, en voor bouwwerktuigen aangedreven door waterstof of waterstofdragers en bouwwerktuigen die worden voorzien van een SCR-katalysator. De reden voor dit afwijkende percentage is dat deze maatregelen niet onder de Milieu-investeringsaftrek vallen.

Verder is de aanvraagperiode voor 2026 voor nu uit de regeling verwijderd.

Innovatiesubsidie
Om te voorkomen dat een aanvraagperiode opengaat voordat er in de regeling een subsidieplafond is vastgesteld, wordt de aanvraagperiode voor 2026 voor nu uit de regeling verwijderd. De regeling zal wel nog doorlopen en de aanvraagperiode zal weer toegevoegd worden tegelijk met het subsidieplafond voor 2026. Daarnaast wordt de aanvraagperiode voor 2025 toegevoegd voor projecten experimentele ontwikkeling. Deze loopt van 4 maart 2025 tot en met 28 augustus 2025.

Overige wijzigingen
Enkele andere wijzigingen zijn:

  • de SBI-code ‘Verhuur en lease van schepen’ is toegevoegd aan de lijst met codes die in aanmerking komen voor de regeling;
  • bouwwerktuigen met mono-fuel waterstofverbrandingsmotor kwamen al in aanmerking voor subsidie onder retrofit, en zijn nu ook subsidiabel onder de sporen aanschaf en innovatie. Daarnaast zijn nu ook bouwvoertuigen met mono-fuel waterstofverbrandingsmotor subsidiabel onder aanschaf en innovatie;
  • om te zorgen dat er zoveel mogelijk aanvragen gehonoreerd kunnen worden met het beschikbare subsidiebudget, wordt mogelijk gemaakt om aan het eind van de aanvraagperiode budget te kunnen overhevelen van een hoofdstuk dat onderuitputting kent naar een hoofdstuk waar meer aanvragen zijn ingediend dan budget beschikbaar is;
  • elektrificatie van hulpfuncties kwam al in aanmerking voor subsidie onder aanschaf en innovatie, en is nu ook subsidiabel onder het hoofdstuk retrofit;
  • er worden foto’s opgevraagd van de machine (bij aanschaf na levering, bij retrofit voor en na de ombouw) om de rechtmatigheid van de verleende subsidie beter te kunnen beoordelen en deze toets te vereenvoudigen;
  • de lijst van bouwmachines en zeegaande bouwvaartuigen is uitgebreid en verduidelijkt.

Subsidieplafonds
Tot slot zijn voor 2025 de volgende subsidieplafonds vastgesteld: € 20 miljoen (aanschafsubsidie bouwmachines met de codes A2.2, A2.3, A2.7, A2.12 en A2.13), € 28 miljoen (aanschafsubsidie overige), € 7 miljoen (retrofitsubsidie), € 9 miljoen (innovatiesubsidie: experimentele ontwikkeling), € 1 miljoen (innovatiesubsidie: haalbaarheidsstudie).

Terug naar overzicht