Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

jan
29

Uitgebreide reactie Bussemaker op vragen Subsidieregeling praktijkleren

Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in een brief gereageerd op het overleg van de Tweede Kamer over de rapportage Subsidieregeling praktijkleren. In de brief geeft Bussemaker antwoorden op vragen van een aantal Tweede Kamerleden over de betreffende rapportage. Met de Subsidieregeling praktijkleren stimuleert het ministerie werkgevers om praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen aan te bieden.

Uit de reactie van Bussemaker blijkt onder meer het volgende:

Na afronding van de controles door de uitvoerder RVO.nl kwam het toe te kennen bedrag per leerwerkplek over het afgelopen schooljaar uit onder het beschikbare totale budget van € 205 miljoen. Hierdoor kon de overuitputting bij het mbo volledig worden gedekt uit de onderuitputting bij de overige sectoren;
Aanpassing van de beschikbare budgetten is (vooralsnog) niet aan de orde. Op basis van de gegevens van een volledig schooljaar neemt de minister de beslissing om het beschikbare budget eventueel aan te passen. Hierover informeert zij de Kamer uiterlijk december 2015;
De belangrijkste reden voor het afwijzen van aanvragen was ten eerste dat de aanvraag niet tot de juiste leerweg van de subsidieregeling behoorde. Zo bleek diverse malen dat de aanvraag betrekking had op een mbo-opleiding in de beroepsopleidende variant (mbo-bol) in plaats van een mbo-opleiding in de beroepsbegeleidende variant (mbo-bbl). Verder werd in vele gevallen dezelfde aanvraag twee keer ingediend, omdat deze op verschillende tijdstippen werd ingediend. Dit was het geval wanneer een reeds ingediende aanvraag gewijzigd moest worden of de aanvraag zowel door het erkende leerbedrijf als door een intermediaire partij werd ingediend. In een aantal gevallen werd een intrekkingsverzoek door de aanvrager zelf ingediend, al dan niet voorzien van een reden;
De regeling blijft toegankelijk voor promovendi. De regeling is al zodanig vormgegeven dat kennisinstellingen als universiteiten uitgesloten zijn van de regeling. De regeling is uiteindelijk zo aangepast dat ook de TO2 instituten, waaronder TNO, die al publiek geld ontvangen, worden uitgesloten voor de regeling. Bussemaker stelt, dat promovendi de nieuwste kennis en inzichten van de wetenschap en zeer relevante wetenschappelijke netwerken meenemen naar de (mkb-)bedrijven waar ze werken. Het druist in tegen het beleid van het kabinet ten aanzien van onder meer de topsectoren om nu juist deze groep uit de regeling te halen.

De eerstvolgende aanvraagperiode voor de Subsidieregeling praktijkleren is geopend van 2 juni 2015 tot en met 15 september 2015. Het subsidiebedrag voor een werkgever per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor de desbetreffende categorie gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijk- of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie binnen die categorie. Het maximum is € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert de subsidieregeling uit in opdracht van het ministerie.

Terug naar overzicht