Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

nov
27

Regeling uitkering bodem: wijziging en plafonds 2026

Het doel van de regeling is om provincies, gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen te ondersteunen bij zowel het goed afronden van een aantal taken op het gebied van bodemsanering, als bij het signaleren en met een passende aanpak reageren op nieuwe bodemkwaliteitsopgaven.

Wijziging
De wijziging heeft betrekking op een nieuwe manier van beoordeling van de aanvragen voor een uitkering voor de aanpak van PFAS. Deze nieuwe manier van beoordelen maakt het mogelijk om bij de verdeling van het budget rekening te houden met de urgentie van de aanpak van de verontreiniging en daarnaast voorrang te geven aan het financieren van de onderzoeken voor het in beeld brengen (inventariseren) van de verontreinigingsopgave.

Met onderzoek naar het in beeld brengen van de opgave voor PFAS wordt (programmatisch) bureau- en veldonderzoek bedoeld dat als doel heeft om te bepalen welke locaties verdacht zijn op een bodemverontreiniging met PFAS, waar vervolgens ook daadwerkelijk sprake is van zo’n verontreiniging en wat de risico’s van die verontreinigingen zijn. Met aanpak wordt bedoeld de maatregelen die worden genomen om de risico’s van de verontreiniging weg te nemen of voldoende te beheersen.

Dat kan gaan om saneren, maar ook om bijvoorbeeld gebruiksadviezen. Onderzoek naar iets anders dan het in beeld brengen van de verontreinigingsopgave voor PFAS, zoals onderzoek naar passende maatregelen voor de aanpak of de mogelijkheden voor kostenverhaal, wordt wat betreft de beoordeling van aanvragen gezien als onderdeel van onderzoek.

De regeling ging wat betreft het budget voor PFAS en andere niet genormeerde stoffen uit van evenredige verdeling over alle aanvragen die voor honorering in aanmerking komen. Uit de beoordeling volgt of een aanvraag wel of niet voldoet en alle projecten die voldoen krijgen hetzelfde percentage. De afgelopen jaren zijn de bevoegde overheden begonnen met het in beeld brengen van PFAS-aandachtslocaties. Naarmate deze inventarisatie vordert, zullen meer concrete saneringslocaties gevonden worden.

Hierdoor neemt de kans toe dat er overintekening plaatsvindt op het beschikbare budget. Bij evenredige verdeling kan het dan zijn dat voor alle projecten een heel laag percentage wordt uitgekeerd. Dit kan ten koste gaan van de uitvoerbaarheid van projecten. Een hele dure sanering kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er ook maar beperkt middelen zijn voor de inventariserende onderzoeken naar de aandachtslocaties PFAS door alle bevoegde overheden.

Doel van de nieuwe beoordelingssystematiek is dus om voorrang te geven aan projecten (die aansluiten bij de regeling) met hoge actuele risico’s die niet voldoende beheerst kunnen worden door tijdelijke beschermingsmaatregelen, waarbij per euro veel risico’s worden beheerst of weggenomen en het aannemelijk is dat ook binnen afzienbare tijd met de uitvoering, en dus de besteding van de middelen, gestart kan worden. De meest praktische en realistische manier om dit op dit moment te doen, is een kwalitatieve beoordeling op basis van de toedeling van punten.

Als er onvoldoende budget is om alle projecten die voor honorering in aanmerking komen te financieren, krijgen de projecten met de meeste punten als eerste een uitkering. Bij een gelijk aantal punten is eerst het aantal punten voor het beoordelingscriterium a (mate van aansluiting bij de doelstelling van de regeling) doorslaggevend en als daarbij ook een gelijk aantal punten is toegekend dan is het aantal punten voor het beoordelingscriterium c (mate van risico’s die worden aangepakt) doorslaggevend. Een adviescommissie adviseert over de toedeling van de punten. 

De beschreven systematiek is niet van toepassing op projecten die zijn gericht op het in beeld brengen van de opgave. Hiervoor geldt net als bij de aanvraagronde in 2024 een evenredige verdeling over de ingediende en gehonoreerde aanvragen.

Plafonds 2026
Voor 2026 zijn de volgende uitkeringsplafonds zijn vastgesteld:

  • historische spoedopgaven: € 30 miljoen;
  • buitenproportionele opgaven categorie A: € 56 miljoen, waarvan:
    • € 10 miljoen voor activiteiten met betrekking tot de aanpak van diffuus verspreid lood;
    • € 36 miljoen voor onderzoek voor het inventariseren van de opgaven voor PFAS en andere niet genormeerde stoffen en andere activiteiten die nodig zijn om te komen tot een aanpak van die opgaven;
    • € 10 miljoen voor activiteiten met betrekking tot de aanpak van PFAS.
  • oude afspraken: € 15 miljoen;
  • toekomstbestendig omgaan met nazorg: € 5 miljoen;
  • buitenproportionele opgaven categorie B: € 3 miljoen.

Terug naar overzicht