Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

feb
25

Limburg doet meeste uitgaven buiten eigenlijke taken

Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de taken en activiteiten van provincies, die zij buiten hun profiel uitvoeren. Tot het profiel worden de kerntaken van de provincies gerekend en activiteiten die niet aan deze beleidsterreinen zijn gerelateerd, maar wel een wettelijke basis kennen. Limburg doet de meeste uitgaven buiten het profiel (3,8%), gevolgd door Zeeland (2,3%). Utrecht doet de minste uitgaven buiten het profiel met 0,1%.

Onder de provinciale kerntaken worden verstaan alle activiteiten op het terrein van ruimtelijke ordening, regionale economie, natuur en landschap, verkeer en vervoer, krimp, kwaliteit openbaar bestuur en cultuur, waar dit de lokale belangen overstijgt. Ook activiteiten die niet gerelateerd zijn aan deze beleidsterreinen maar wel een wettelijke basis kennen, worden dus tot de taken binnen het profiel gerekend. Voorbeelden zijn de WMO-steunfunctietaak (tot en met 2014 bij de provincies), Jeugdzorg (tot en met 2014 bij de provincies), bibliotheekwerk en in het geval van Friesland de promotie van de Friese taal in het onderwijs. Overige activiteiten zijn gedefinieerd als zijnde buiten het provinciale profiel.

Uit de cijfers en aanvullende informatie van de provincies blijkt dat vrijwel alle uitgaven van de provincies plaatsvinden ten behoeve van de provinciale kerntaken, aldus Plasterk. Gemiddeld 98,7% kan direct toegerekend worden aan taken binnen het profiel. De uitgaven buiten het profiel (gemiddeld 1,3%) liggen veelal in het verlengde van de provinciale taken op het gebied van regionale economie, krimp en maatschappelijke ondersteuning. De meest voorkomende bestedingen buiten het profiel zijn subsidies aan sociaal-maatschappelijke instellingen. Voorbeelden zijn het financieren van projecten om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan, achterstanden in het onderwijs terug te dringen of de leefomgeving aantrekkelijk te maken. Ook worden er lokale of regionale sportvoorzieningen gefaciliteerd. Dit type uitgaven komt vooral voor in landelijke gebieden.

Uit het huidige beeld en de voornemens van de provincies blijkt volgens Plasterk dat de provincies zich concentreren op de provinciale kernopgaven. Dit is overeenkomstig het kabinetsbeleid. Hij ziet op dit moment dan ook geen aanleiding om hier nadere afspraken over te maken met provincies.

Terug naar overzicht