Bussemaker: beschikbare budget praktijkleren wordt volledig uitgekeerd

Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft enkele Kamervragen beantwoord over het eventuele achterblijvende gebruik van de subsidieregeling praktijkleren. Deze vragen werden gesteld vanwege berichten in de media dat deze regeling te complex zou zijn en er daardoor weinig gebruik van wordt gemaakt. Bussemaker stelt nu dat het beschikbare budget van € 205 miljoen volledig zal worden uitgekeerd. Ruim 14.000 werkgevers hebben in totaal ruim 92.000 aanvragen ingediend.

Het doel van de Subsidieregeling praktijkleren is het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen. Een bijdrage is maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijkleerplaats of werkleerplaats. De indieningsperiode voor 2014 sloot 15 september jl. Subsidies op grond van deze regeling zijn een tegemoetkoming voor een werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Dit is mogelijk voor zowel vmbo, mbo als hbo. Ook is de subsidie een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio).

Erkende leerbedrijven komen in aanmerking voor de subsidie. Subsidie wordt verstrekt per studiejaar. Het maximale bedrag per jaar is:
• € 1,4 miljoen voor praktijkleerplaatsen in het Vmbo;
• € 188,9 miljoen voor praktijkleerplaatsen in het Mbo;
• € 8 miljoen voor praktijkleerplaatsen in het Hbo;
• € 6,7 miljoen voor werkleerplaatsen voor promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding.

Het subsidiebedrag voor een werkgever per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor de desbetreffende categorie gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijk- of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie binnen die categorie. Het maximum is € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats.