Eerste vragen over Regeling specifieke uitkering sport beantwoord

Vanaf 15 oktober tot 1 december 2018 kunnen gemeenten aanvraag indienen, om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren. Gemeenten hebben hierover een bericht ontvangen. Omdat vragen over deze regeling niet persoonlijk kunnen worden beantwoord, plaatst de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) een overzicht van veel gestelde vragen en antwoorden. Dit overzicht wordt regelmatig bijgewerkt.

Op 23 oktober 2018 bevat het overzicht 21 vragen en antwoorden over de Regeling specifieke uitkeringen sport. Er zijn algemene vragen, vragen met betrekking tot de aanvrager, vragen op financieel gebied en BTW-gerelateerde vragen gesteld.

Voor de regeling is een subsidieplafond beschikbaar gesteld van € 152 miljoen. Als dit bedrag wordt overschreden, wordt het naar rato gelijkelijk verdeeld, waarbij iedere gemeente een percentage van de oorspronkelijke aanvraag ontvangt. Het subsidieplafond wordt niet opgehoogd. Gemeenten kunnen vooralsnog tot 2023 jaarlijks een aanvraag indienen. Tussentijds zal er een evaluatie plaatsvinden, waarin wordt bekeken, of de regeling daarna nog zal worden verlengd. 

Aanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend door gemeenten. Dit betekent, dat ook juridisch publiek rechtelijke lichamen, zoals gemeenschappelijke regelingen, geen uitkering kunnen aanvragen. De regeling heeft betrekking op investeringen ten bate van de sport, Hierbij is de plaats waar de sportactiviteiten plaatsvinden, niet relevant. Dit betekent, dat ook Multifunctionele Accommodaties voor de regeling in aanmerking kunnen komen. Wanneer de accommodatie echter wordt verhuurd aan een huurder die commercieel gelegenheid biedt tot beoefening van sport, kan de uitkering niet worden aangevraagd. De huurder kan in dat geval de voorbelasting volgens de normale regels in aftrek brengen.