Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

mrt
22

Openstelling gewijzigde regeling coöperatieve energieopwekking

Aanvragen kunnen worden ingediend voor vormen van opwekken van hernieuwbare elektriciteit, te weten zon-PV, wind op land en waterkracht. Dit zijn technologieën die regelmatig gerealiseerd worden door de doelgroep van de SCE, te weten coöperaties en verenigingen van eigenaars (VvE’s), om elektriciteit te produceren. Er zijn tegelijk met de bekendmaking van de openstelling 2024 ook enkele wijzigingen in de regeling doorgevoerd. De belangrijkste aanpassingen worden hieronder toegelicht.

Vermogensgrenzen
In het openstellingsbesluit is afgebakend hoe groot de productie-installaties minimaal moeten en maximaal mogen zijn om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie (de vermogensgrenzen). Vergeleken met het openstellingsbesluit 2023 zijn de maxima verhoogd voor zon-PV en wind: productie-installaties vanaf 500 kW(p) tot en met 6 MW(p) kunnen vanaf 2024 in aanmerking komen voor subsidie. Deze productie-installaties moeten een grootverbruikersaansluiting hebben.

Uiterste termijnen voor ingebruikname
Ook bevat het openstellingsbesluit de uiterste termijnen voor het in gebruik nemen van de productie-installatie. Anders dan voorheen zijn deze termijnen niet meer in de SCE zelf opgenomen, maar in artikel 4 van het openstellingsbesluit. Reden daarvoor is dat er een nadere opsplitsing nodig is binnen de categorieën productie-installaties voor zon en wind.

Ook zijn er enkele inhoudelijke wijzigingen met betrekking tot deze uiterste termijnen: voor zon-PV op dak (gebouwgebonden) met een vermogen vanaf 500 kWp wordt de realisatietermijn verlengd naar drie jaar. Voor zon-PV systemen op veld (grondgebonden) en drijvend (op water) vanaf 500 kWp wordt deze verlengd naar vier jaar. Ten slotte wordt de termijn voor productie-installaties voor wind vanaf 1 MW tevens verlengd naar vier jaar.

Basisbedragen, de basiselektriciteitsprijs en het voorlopige correctiebedrag
Het openstellingsbesluit bevat tevens de basisbedragen, de basiselektriciteitsprijs en het voorlopige correctiebedrag voor 2024. De per 1 juli 2023 aangepaste Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) stelt dat geen steun mag worden uitgekeerd voor periodes waarin de prijzen negatief zijn. Deze subsidiebeperking geldt binnen de SCE voor alle productie-installaties aangesloten op een grootverbruikersaansluiting. Productie-installaties aangesloten op een kleinverbruikersaansluiting zijn uitgezonderd van de subsidiebeperking. Bij de berekening van de correctiebedragen houdt het PBL rekening met twee mogelijkheden: 1) een correctiebedrag waar negatieve uren wel worden meegenomen of 2) een correctiebedrag waar negatieve uren niet worden meegenomen.

Voor alle productie-installaties (aangesloten op een grootverbruikersaansluiting) waarvoor deze subsidiebeperking geldt wordt er rekening mee gehouden dat de installatie is uitgeschakeld op momenten met negatieve prijzen. Dit heeft een verhogend effect op het correctiebedrag. Bij de productie-installaties (aangesloten op een kleinverbruikersaansluiting) waarvoor deze subsidiebeperking niet geldt, wordt het correctiebedrag gehanteerd waarin deze aanname niet wordt gedaan, en worden negatieve uren dus wel meegenomen in het correctiebedrag.

Maximum subsidiebedrag
Met de wijziging van de regeling is nu vastgesteld dat een aanvrager niet meer dan € 30 miljoen aan subsidie over de gehele looptijd ontvangen.

Aanvragen
Aanvragen kunnen van 2 april 2024 tot en met 1 november 2024 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Terug naar overzicht