Subsidieregeling school en omgeving 2025-2028 gepubliceerd

Voor de regeling is een totaalbudget van € 835.382.756 beschikbaar, waarvan € 479.673.373 voor het primair onderwijs, € 289.104.605 voor het voortgezet onderwijs, € 38.012.015 voor het speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en € 28.592.763 voor het praktijkonderwijs.

In aanmerking voor subsidie komen alle scholen met een positieve onderwijsachterstandsscore. Subsidie kan worden aangevraagd door het bevoegd gezag van één van de deelnemende vestigingen in de lokale coalitie. Een lokale coalitie bestaat uit een bevoegd gezag van minimaal één deelnemende vestiging, minimaal één gemeente (waaronder in ieder geval de gemeente waarin minimaal één van de deelnemende vestigingen gelegen is) én minimaal één lokale partij. De subsidie wordt door het bevoegd gezag van een vestiging aangevraagd. Het bevoegd gezag kan per vestiging maximaal één aanvraag indienen.

Op basis van de regeling kan voor de schooljaren 2025-2026, 2026-2027 en 2027-2028 subsidie worden verstrekt aan een bevoegd gezag van een school met een vestiging die is opgenomen in bijlage 1 tot en met 4, als deelnemer aan een lokale coalitie voor het uitvoeren van een programma School en Omgeving, dat aansluit bij het curriculum van de desbetreffende school. De subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma School en Omgeving voor de volgende ontwikkelgebieden:

• sport;
• cultuur;
• cognitieve ontwikkeling;
• sociale ontwikkeling;
• oriëntatie op jezelf; of
• oriëntatie op de wereld.

Het subsidiebedrag voor een vestiging wordt berekend door het aantal opgegeven leerlingen van de desbetreffende vestiging dat naar verwachting zal deelnemen aan het programma School en Omgeving te vermenigvuldigen met een bedrag van € 264 per aangevraagd klokuur per schooljaar. Indien een vestiging waarvoor subsidie wordt aangevraagd een totaal leerlingenaantal van 150 of minder heeft, wordt het subsidiebedrag voor de desbetreffende vestiging aangevuld met een aanvullend subsidiebedrag.

Voor het totaal leerlingenaantal wordt gekeken naar de leerlingtelling van de Dienst Uitvoering Onderwijs met teldatum 1 februari 2024 voor het primair onderwijs en de leerlingtelling met teldatum 1 oktober 2022 voor het voortgezet onderwijs. Het aanvullende subsidiebedrag wordt berekend door 150 te verminderen met het aantal leerlingen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij het resulterende getal wordt vermenigvuldigd met € 52,80 per aangevraagd klokuur per schooljaar.

Schoolvestigingen met 5% van de leerlingen met de hoogste relatieve onderwijsachterstandsscore worden geprioriteerd. Dit geldt ook voor scholen waarbij wordt geselecteerd op het hoogst relatief aantal leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond (in het speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs). Bij overvraging van de regeling wordt gerangschikt op relatieve onderwijsachterstandsscores of het relatief aantal leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond, waarbij aanvragers met de hoogste scores budget toegekend krijgen.

Aanvragen kunnen van 3 maart 2025 tot en met 31 maart 2025 worden ingediend bij de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I).