Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

feb
20

Wijziging en openstelling regeling Behoud graslandareaal

Een landbouwer die in 2021 of 2022 én in 2023 een derogatievergunning had en deze vergunning ook in 2024 heeft verkregen, kan in 2024 subsidie aanvragen. Dat geldt ook voor bedrijven die maar voor een gedeelte van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond derogatie kunnen aanvragen, omdat de andere percelen landbouwgrond gelegen zijn in een grondwaterbeschermingsgebied (GWB-gebied), in een Natura 2000-gebied of in een derogatievrije zone rondom een Natura 2000-gebied. De nu gepubliceerde wijziging regelt dat in die situatie een landbouwer voor 2024 ook subsidie kan aanvragen als hij in 2023 niet, maar in 2021 én 2022 wel beschikte over een derogatievergunning. In dat geval moet zowel in 2023 als in 2024 minimaal 80% van de tot het bedrijf behorende landbouwgrond bestaan uit grasland.

In de derogatiebeschikking is opgenomen dat Nederland extra door nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) moet aanwijzen. Per 1 januari 2023 zijn de waterschappen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap Delfland en Brabantse Delta voorlopig aangewezen als NV-gebied. Per 1 januari 2024 zijn de NV-gebieden definitief aangewezen en is het aantal NV-gebieden verder uitgebreid. Voor deze aangewezen NV-gebieden geldt, net zoals voor de huidige zuidelijk en centraal gelegen zand- en lössgronden (de zogenaamde ‘230-gebieden’), de laagste derogatienorm. Bedrijven die geheel of voor een deel in een nieuw NV-gebied liggen krijgen in 2024 te maken met een hogere terugval in de gebruiksnorm dierlijke mest en kunnen voor die percelen een hogere subsidie ontvangen.

Daarnaast is het sinds 2023 niet meer mogelijk een derogatievergunning te verlenen om gebruik te maken van de hogere gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen voor percelen in een GWB-gebied of een Natura 2000-gebied. Met ingang van 2024 is dit ook niet meer mogelijk voor percelen die voor minimaal de helft in zones rondom Natura 2000-gebieden liggen. Dit zijn zones met een breedte van 250 meter rondom de buitengrens van Natura 2000-gebieden waarin de kritische depositiewaarde van stikstof wordt overschreden. Bedrijven waarvan alle of een gedeelte van de percelen in deze gebieden liggen, krijgen te maken met een hogere terugval in de gebruiksnorm dierlijke mest, omdat voor alle percelen in deze gebieden de norm van 170 kg N uit dierlijke mest geldt. Zij kunnen voor die percelen een hogere subsidie ontvangen.

Aanvragen kunnen van 1 juni tot en met 30 juni 2024 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Voor 2024 is een budget van € 50 miljoen beschikbaar. Dit subsidieplafond wordt in 2024 evenredig verdeeld over de ingediende aanvragen.

Over de regeling
Het doel van de regeling is het ondersteunen van derogatiebedrijven in het opvangen van de gevolgen van de afbouw van derogatie. De regeling is erop gericht het areaal grasland van deze bedrijven in de toekomst te behouden ten behoeve van de waterkwaliteit en op die manier bij te dragen aan de verduurzamingstransitie voor de landbouw op het gebied van stikstof, klimaat, waterkwaliteit en natuur.

Terug naar overzicht