Prinsjesdag 2018 - Hoofdlijnen RVV Verduurzaming

Met de Regeling Vermindering Verhuurdersverheffing (RVV) kunnen verhuurders, die investeren in huurwoningen waarvan de huurprijs niet hoger is dan de liberalisatiegrens, fiscale vermindering op de verhuurderverheffing ontvangen. Het kabinet heeft op Prinsjesdag een wetsvoorstel aangekondigd voor een nieuwe heffingsvermindering binnen de RVV voor het verduurzamen van huurwoningen.

De Regeling Vermindering Verhuurdersverheffing Verduurzaming (RVV Verduurzaming) zal aansluiten bij de eisen van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) die te vervallen komt. De RVV Verduurzaming wordt hiermee ook de opvolger van de STEP. Het subsidieplafond van de STEP is inmiddels bereikt. Het grote verschil met de STEP is dat deze regeling een subsidie is en de RVV Verduurzaming een fiscale maatregel.

De hoofdlijnen van de RVV Verduurzaming zijn: 

• Insteek is om de heffingsvermindering te baseren op de verbetering in de energieprestaties van een huurwoning. Het het niveau vóór en ná de renovatie wordt vergeleken. Hierbij moet de Energie-Index minimaal drie stappen verbeteren.
• Er geldt een minimumniveau: een Energie-Index van ten hoogste 1,4 (voorheen energielabel B). Dit niveau past bij de doelstelling van het Energieakkoord. Woningcorporaties moeten gemiddeld op label B uitkomen. De heffingsvermindering verduurzaming is daarmee ook bruikbaar is voor het aardgasvrij maken van huurwoningen; 
• De aanvrager moet een verhuurder zijn die verhuurderheffing betaalt: de aanvrager moet meer dan 50 huurwoningen onder de liberaliseringsgrens bezitten; 
• De renovatie moet starten vanaf 2019 en moet binnen 3 jaar voltooid zijn.

In het regeerakkoord is vanaf 2022 structureel €100 miljoen beschikbaar voor de heffingsvermindering voor verhuurders die investeren in verduurzaming. Dit is een daadwerkelijke verlaging van de opbrengst van de verhuurderheffing. Dit wordt niet opgevangen door een compenserende verhoging van het heffingstarief. Op grond van het regeerakkoord is over de periode 2019-2021 cumulatief € 156 miljoen beschikbaar. Voor zowel 2019 als 2020 geldt daarnaast een maximumopenstelling van € 78 miljoen per jaar. De nieuwe heffingsvermindering verduurzaming is een onderdeel van de maatregelen uit het Belastingplan 2019.