Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

nov
18

Subsidie financiële educatie onderwijsinstellingen verruimd

Verlengen projectperiode (tijdvak 1)
Een aantal mbo-scholen heeft verzocht om meer tijd voor het uitvoeren van hun project. De projectperiode was maximaal drie jaar. Door deze periode te verlengen tot aan het einde van het schooljaar 2026-2027 krijgen scholen meer ruimte om alle geplande activiteiten uit te voeren. Activiteiten voor een project in het kader van de regeling vinden als gevolg van deze wijziging plaats binnen de periode van 17 oktober 2023 tot en met 31 juli 2027 (voorheen 16 oktober 2026).

Mbo-scholen hebben inmiddels één tussentijdse rapportage gedaan en hoeven niet nogmaals een tussentijdse rapportage te doen. Ze hoeven alleen de eindrapportage na afloop van het project op te stellen en in te dienen. De reden waarom scholen geen extra tussentijdse rapportage hoeven in te dienen is om de administratieve belasting zo laag mogelijk te houden. Daarnaast houdt het Expertisepunt Financiële educatie contact met de scholen met betrekking tot de voortgang en is een voortgangsrapportage daarom niet noodzakelijk.

Trainen van andere medewerkers naast docenten (tijdvak 1 en 2)
Mbo- en vo-scholen lopen bij de uitvoering van hun projecten aan tegen het feit dat zij geen andere medewerkers dan docenten kunnen trainen ten behoeve van financiële educatie van studenten en leerlingen. Het trainen van deze medewerkers is wel noodzakelijk om financiële educatie effectief in te kunnen bedden binnen de scholen. De verschillende taken op scholen, ook op het vlak van financiële educatie, zijn niet alleen belegd bij docenten.

Voorbeelden van andere medewerkers die betrokken kunnen zijn bij het aanbieden van financiële educatie op scholen zijn ondersteuningsspecialisten en onderwijsmakelaren. Zij bieden begeleiding aan onderwijsteams en studenten, onder andere omtrent financiën en het voorkomen van financiële problemen. Redenerend vanuit het doel van de regeling, namelijk het bevorderen van structurele aandacht voor financiële educatie binnen het onderwijs, is het trainen van deze medewerkers ook noodzakelijk.

Dit voortschrijdend inzicht was er niet bij het opzetten van de eerste twee tijdvakken, maar wel bij het derde tijdvak. In het derde tijdvak is de wijziging hiervoor al doorgevoerd voor po-scholen. Met de nu gepubliceerde wijziging wordt ook voor mbo- en vo-scholen het trainen van andere medewerkers mogelijk gemaakt. Voorwaarde is wel dat in ieder geval de helft van alle medewerkers die worden getraind, docent is.

Het is overigens niet de bedoeling meer medewerkers te trainen dan oorspronkelijk is berekend. Er zijn immers geen extra middelen beschikbaar voor deze wijziging. Als er geen kosten schuiven binnen het oorspronkelijke activiteitenplan, dan kunnen scholen zonder wijzigingsverzoek docenten inruilen voor andere medewerkers, zolang wordt voldaan aan het minimum percentage docenten (50%). Dit wordt gecontroleerd bij de vaststelling.

Als er wel kosten schuiven tussen de subsidiabele activiteiten, dan moeten scholen hier een wijzigingsverzoek voor indienen via Uitvoering van Beleid (UvB).

Terug naar overzicht