Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

apr
18

'Miljarden in revolverende fondsen, maar verantwoording nog summier'

De rijksoverheid stimuleert maatschappelijke doelen steeds vaker via zogeheten revolverende fondsen, met name om start-ups, investeringen in het buitenland en duurzaamheid te stimuleren.

Zowel het aantal fondsen als de hoeveelheid geld die hiermee gemoeid is, neemt sterk toe.

In de revolverende fondsen storten ministeries geld om maatschappelijke projecten te stimuleren. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van leningen. Uiteindelijk vloeien de opbrengsten, zoals rente of aflossingen, terug in het fonds waardoor het geld weer ingezet kan worden voor andere projecten. Daardoor kan publiek geld in theorie meer rendement opleveren.

Een aantal aspecten is echter niet meegegroeid met de toename van deze financieringsvorm. Zo is er niet één minister verantwoordelijk voor het totaaloverzicht, is er geen specifieke regelgeving voor revolverende fondsen én heeft de Tweede Kamer maar beperkt zicht op hoeveel en hoe lang geld wordt ingezet en welke resultaten daarmee worden bereikt.

Al € 3,6 miljard
Dit alles blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar groei en omvang van revolverende fondsen bij de rijksoverheid. Uit het overzicht dat de Rekenkamer heeft gemaakt van deze fondsen blijkt dat er intussen minstens 30 zijn. In deze fondsen gaat nu € 3,6 miljard om. Dat bedrag zal verder toenemen, onder meer met de oprichting van Invest-NL?, een nationaal investeringsfonds waar € 2,5 miljard mee gemoeid is.

Met het uitgevoerde onderzoek geeft de Rekenkamer voor het eerst een overzicht van de 24 grootste revolverende fondsen van het Rijk en brengt in kaart hoe de democratische verantwoording en de controle op deze fondsen zijn geregeld. Dat inzicht bleek volgens de Rekenkamer lastig te verkrijgen omdat er weinig informatie voor handen was over de fondsen.

Advies Rekenkamer
De Rekenkamer laat naar aanleiding van het onderzoek weten het belangrijk te vinden dat de Tweede Kamer zicht krijgt op informatie over en resultaat van de fondsen. Nu is er immers geen centraal inzicht in het aantal revolverende fondsen van de rijksoverheid en de doelen die ermee worden bereikt. Hierdoor kan de Tweede Kamer ook haar budgetrecht niet adequaat uitvoeren.

De Rekenkamer adviseert ook dat er één minister verantwoordelijk en aanspreekbaar wordt voor de opzet en regelgeving van revolverende fondsen. Daarnaast is de informatievoorziening aan het parlement voor verbetering vatbaar.

Reactie Hoekstra
Minister Hoekstra van Financiën benadrukt in een reactie namens het kabinet dat het parlementaire budgetrecht en de ministeriële verantwoordelijkheid automatisch zijn gewaarborgd omdat de financiering van de revolverende fondsen via de begroting van de individuele ministers loopt.

Zie ook: https://www.rekenkamer.nl/actueel/nieuws/2019/04/16/miljarden-in-revolverende-fondsen-maar-verantwoording-nog-summier

Terug naar overzicht