Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

sep
16

Nieuwe Utrechtse steun voor stimuleren nieuwe teelten

Op basis van dit hoofdstuk wordt subsidie beschikbaar gesteld voor activiteiten die in hoofdzaak gericht zijn op de teelt van één of meer gewassen die zijn opgenomen in de bijlage bij het hoofdstuk (vezelhennep, vlas, sorghum, riet, olifantsgras, wilg, kalmoes en zonnebloem) en die plaatsvinden in samenhang met activiteiten op het gebied van kennisontwikkeling en kennisdeling met betrekking tot deze gewassen.

Subsidie kan worden verstrekt aan een landbouwbedrijf.

De teelt moet plaatsvinden op gronden in de provincie Utrecht voor een aaneengesloten periode van minimaal vier jaar. Ook moet de teelt worden toegepast op minimaal 1 hectare en maximaal 10 hectare per aanvrager en van minimaal één van de genoemde gewassen wordt jaarlijks minimaal 1 hectare geteeld.

Het aantal geteelde hectares moet jaarlijks minimaal hetzelfde blijven, wel is het toegestaan om gewassen jaarlijks op een ander perceel te telen, zolang uit de Gecombineerde opgave blijkt dat deze gronden gebruikt of in beheer zijn. Tot slot gebeurt de teelt met zo min mogelijk negatieve impact voor milieu en klimaat en worden zo mogelijk alle delen (eiwitten, mineralen en vezels) van het gewas benut en worden hiervoor aantoonbaar potentiële afnemers gezocht.

De bij de teelt en verwaarding opgedane ervaringen en kennis, waaronder sluiten van kringlopen en de ontwikkeling van ketens, worden minimaal één keer per jaar gedeeld met andere landbouwbedrijven en kennis- en ketenpartners en de provincie.

De hoogte van de subsidie is een vast bedrag per hectare per teeltjaar, de zogeheten transitievergoeding (de exacte bedragen zijn opgenomen in de bijlage bij het hoofdstuk). Dit bedrag per hectare per teeltjaar is inclusief de bijdrage voor kennis- en ketenontwikkeling en kennisdeling.

Aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend. Het subsidieplafond bedraagt € 150.000 voor de periode 2026 tot en met 2029.

Terug naar overzicht