Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

mei
16

Subsidienieuws uit hoofdlijnenakkoord nieuw kabinet

Generieke taakstelling subsidies
Op de begrotingen van de verschillende ministeries staat een groot aantal subsidiebudgetten, terwijl de effectiviteit en doelmatigheid van de middelen vaak niet of onvoldoende zijn bewezen. Voorbeelden zijn subsidies voor gezonde leefstijl, inclusiviteit, participatie en medezeggenschap. Daarom worden de budgetten voor subsidies op de begrotingen structureel verlaagd met € 1 miljard. Deze taakstelling wordt verdeeld naar rato van de subsidiegrondslag op de begrotingen waarbij de grondslag eerst wordt verlaagd met de specifieke budgetkortingen in dit hoofdlijnenakkoord.

Economie en vestigingsklimaat
Bedrijven worden geholpen bij de energietransitie en met het oplossen van netcongestie (zie ook onder het kopje Energietransitie). De beschikbaarheid van talent, versterking van de kenniseconomie, innovatie, en (digitale) infrastructuur krijgen prioriteit. InvestNL wordt verstevigd als belangrijk vehikel voor investeringen in innovatie en in de potentie van onze economie. Voor de activiteiten van InvestNL wordt daarom € 1 miljard extra beschikbaar gesteld. Het Nationaal Groeifonds wordt daarentegen uitgefaseerd. De afspraken van de rondes 1 tot en met 3 worden nagekomen. De rondes 4 en 5 komen te vervallen. Hierdoor wordt € 6,8 miljard minder uitgegeven.

De compensatie transitievergoeding wordt beperkt tot kleine werkgevers (per 1-7-26). De compensatie voor werkgevers bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (na afloop van de twee jaar loondoorbetalingsplicht) wordt beperkt tot kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Werkgevers met 25 of meer werknemers worden niet meer gecompenseerd.

Energietransitie
De energietransitie moet gericht zijn op het verminderen van bestaande en het voorkomen van nieuwe afhankelijkheid van onbetrouwbare landen. Daarbij is het cruciaal dat dit niet ten koste gaat van mensen met een kleine beurs en kleine bedrijven, zoals de bakker op de hoek en het klusbedrijf. Een deel van de nu beschikbare middelen voor de energietransitie zal specifiek voor deze mensen en ondernemers worden ingezet. Te denken valt aan het helpen van mensen en kleine ondernemers bij het verduurzamen van hun woningen en bedrijfspanden.

Voor de SDE-uitgaven wordt de prijs-risico-buffer verlaagd naar 10 procent. De middelen op de huidige begroting worden daarom jaarlijks afgeroomd met € 1 miljard vanaf 2026. De reservering voor kernenergie in de huidige rijksbegroting van € 4,5 miljard wordt verhoogd met € 9,5 miljard zodat € 14 miljard beschikbaar is voor een rijksbijdrage bij de bouw van vier kerncentrales tot en met 2035.

De aanschaf van elektrische voertuigen blijft ondersteund worden, waarbij ook oog gehouden wordt voor de ‘fossiele rijders’ en een eerlijke verdeling van de kosten tussen beide groepen. De subsidies stoppen allemaal per 2025, de MRB-gewichtscorrectie (fiscaal) blijft bestaan.

Het Klimaatfonds wordt gebruikt voor investeringen in innovaties en technologie zoals ‘CCS’ en groene waterstof. Indien nodig kan blauwe waterstof worden ingezet als tussenstap. Er wordt zo snel mogelijk gestopt met het subsidiëren van bio-energie gecombineerd met CO2-opvang en opslag (BECCS) en biomassacentrales, conform het eerder afgesproken afbouwpad. Het budget voor het Klimaatfonds wordt verlaagd met € 1,2 miljard. De middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof worden (naar rato van het huidige budget) verlaagd.

De afbouw van fossiele subsidies voor de energievoorziening vindt plaats in Europees verband.

Land- en tuinbouw
Innovatie krijgt de ruimte die het verdient, procedures worden aangepast en innovatiemiddelen zo ingericht dat nieuwe vindingen snel juridisch houdbaar toegepast kunnen worden en doelen worden gehaald. Er komt een apart innovatieprogramma voor robotisering gericht op het besparen van arbeidskrachten. Eventuele uitkoop wordt gericht op verouderde bedrijven met de minst gunstige omstandigheden voor klimaat en/of milieu en dierenwelzijn. Boeren die gebruik maken van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV en LBV+) krijgen uitstel van de sloopverplichting totdat de mestmarkt weer stabiel is.

Eer komt een meerjarige investering van € 5 miljard in de agrarische sector zoals innovatie, een opkoopregeling en de aanpak van de mestmarkt. Dit bedrag komt boven op de structurele investering voor agrarisch natuurbeheer door boeren. De huidige gelden op de begroting van LNV voor het landelijk gebied blijven behouden. Het Transitiefonds komt te vervallen. De investeringen en uitgaven worden beschikbaar gesteld via de begroting van LNV. Het wetsvoorstel voor het Transitiefonds wordt daarom ingetrokken.

Visserij
Het voortbestaan van de Nederlandse visserij is cruciaal voor Nederland. Daarom wordt de visserijsector maximaal ondersteund bij het krijgen van een toekomstbestendige vloot. Vissers horen bij de Nederlandse cultuur en er wordt alles aan gedaan om voor de vissers te vechten. Ook in Brussel. Vissers worden ondersteund bij innovaties, veiligheid en het ontwikkelen van duurzame vistechnieken.

Onderwijs/Wetenschap
Er komt een stop op de wildgroei aan subsidies. De subsidies zullen veelal worden omgezet in solide structurele financiering, met een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld voor het primaire proces, het maximeren van overhead en met zeggenschap van schoolleiders en betrokkenheid van leraren bij de besteding van middelen.

De subsidie voor de maatschappelijke diensttijd (MTD), de subsidie voor brede brugklassen en de subsidie voor heterogene brugklassen worden afgeschaft. De subsidie voor school en omgeving wordt verminderd. Het programma School en Omgeving wordt beperkt tot de 5% scholen met de grootste positieve achterstandsscore. De sectorplannen hoger onderwijs en wetenschap worden bijgesteld en het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt verlaagd met € 1,1 miljard.

Verder wordt de regeling functiemix Randstadregio’s teruggedraaid. In het voortgezet onderwijs zijn aanvullende structurele middelen via de aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld voor beloning van leerkrachten in Randstadregio’s, genaamd functiemix. Deze maatregel betreft het beëindigen van de extra middelen omdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het behoud van leraren niet is aangetoond.

Zorg
De intensivering van het zorgarbeidsmarktbeleid wordt teruggedraaid. Vanaf 2022 is er € 130 miljoen beschikbaar aan extra middelen voor het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ). Deze maatregel draait de intensivering terug per 2026.

De intentie is een hoofdlijnenakkoord af te sluiten voor de curatieve zorg. Als stok achter de deur kan het macrobeheersingsinstrument worden ingezet. Op dit moment is reeds een hoofdlijnenakkoord afgesloten. Aan de hand van de evaluatie wordt een hoofdlijnenakkoord voor de jaren tot en met 2028 voorbereid. Dit hoofdlijnenakkoord moet structureel € 590 miljoen opleveren waarbij de volumegroei gelijk is aan het laatste jaar van het huidige Intragraal zorgakkoord (IZA).

Woningbouw
Er komt een meerjarige investering van € 5 miljard voor het ontwikkelen van nieuwe woningbouwlocaties, en een meerjarige investering van € 2,5 miljard voor het ontsluiten van (nieuwe) woningbouwlocaties en het aanleggen van infrastructuur voor mobiliteit. Deze middelen worden toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds.

Goed bestuur en een sterke rechtsstaat
Er wordt geïnvesteerd in structurele samenwerking met de regio. De bestaande regiodeals worden in overleg met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en decentrale overheden uitgebouwd tot strategische investeringsagenda’s met afspraken over wonen, bereikbaarheid, onderwijs en economie.

Specifieke uitkeringen worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds. Het aantal specifieke uitkeringen is sinds 2018 fors gestegen. Gemeenten en provincies geven aan dat specifieke uitkeringen hen beperkt in autonomie. Dit vanwege de strikte en gedetailleerde eisen die vanuit het Rijk worden gesteld aan de besteding van de gelden uit een specifieke uitkering. Daarnaast kennen deze uitkeringen zware administratieve- en controlelasten. Met deze maatregel worden specifieke uitkeringen overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10 procent. De BUIG blijft hierbij buiten beschouwing.

Buitenlandse handel/ontwikkelingssamenwerking
Het budget voor buitenlandse handel en het budget voor internationale veiligheid (BIV) wordt niet verlaagd en blijft beschikbaar voor de doelen uit het hoofdlijnenakkoord. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt aangepast op de schuivende verhoudingen in de wereld. Verder wordt vanaf 2027 maximaal 10% van de kosten van eerstejaarsopvang van asielvluchtelingen toegerekend aan het ODA-budget.

Meer informatie
Kijk voor meer informatie ook op: https://www.tweedekamer.nl/nieuws/kamernieuws/fractievoorzitters-lichten-hoofdlijnenakkoord-toe

Terug naar overzicht