Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

mei
16

Keijzer beantwoordt vragen over sectorale innovatie kleine bedrijven

Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft schriftelijk antwoord gegeven op vragen van het Tweede Kamerlid Van der Lee (GroenLinks) over sectorale innovatie voor kleine bedrijven.

De motie Van der Lee c.s. geeft aan dat innovatie lastig is voor sectoren die grotendeels bestaan uit kleinere mkb'ers met een relatief kleine omzet, en dat die sectoren voor proof of concept- of scale up-activiteiten meer afhankelijk zijn van specifieke instrumenten. De motie verzoekt de regering om op basis van het overkoepelende beeld van evaluaties van specifieke instrumenten te bezien of, en zo ja hoe, sectorale innovatie voor kleine bedrijven beter ondersteund kan worden.

In haar nu verstuurde brief gaat Keijzer namens het kabinet in op dit verzoek. Daarbij gaat ze eerst in op de hoofdlijnen van het innovatie-instrumentarium. Vervolgens behandelt ze wat recente evaluaties aangeven over innovatie-instrumenten die proof of concept- en scale up-activiteiten ondersteunen. Daarna komen de mogelijkheden voor procesinnovatie, Smart industry en digitalisering aan de orde. Ten slotte gaat de staatssecretaris in op het overkoepelend beeld en de vervolgstappen.

'Geen reden om beleid radicaal aan te passen'
Op basis van de evaluaties van innovatie-instrumenten laat Keijzer weten geen reden te zien om het beleid radicaal aan te passen. De WBSO is en blijft ook na de evaluatie het basisinstrument voor kleine innovatieve bedrijven. Meer dan de helft van de WBSO-gebruikers heeft minder dan tien personen in dienst en 64% van het totale budget gaat naar het mkb. De groep kleinere mkb'ers met een relatief kleine omzet kan door de generieke opzet van de WBSO altijd gebruik maken van deze regeling voor proof of concept- en scale up-activiteiten.

De MIT voorziet bovendien in een duidelijke behoefte en ondersteunt het mkb dat aansluiting zoekt bij de topsectoren in de eerste fase van innovatietrajecten. Ook financieringsregelingen als VFF, het Innovatiekrediet en de Seed Capital regeling helpen mkb'ers bij proof of concept- en scale up-activiteiten.

Mogelijke aanscherpingen
Er zijn volgens de staatssecretaris wel punten waar het beleid op basis van evaluaties en voortschrijdend inzicht mogelijk aangescherpt kan worden. Zo vindt Keijzer het – zoals in haar reactie op de WBSO-evaluatie al aangegeven – belangrijk dat de WBSO-aanvraagprocedure blijft aansluiten bij de steeds snellere en dynamische wijze waarop bedrijven innoveren. Ze laat daarom onderzoeken of toekomstige WBSO-aanvragen sneller kunnen worden afgehandeld.

Voor het Innovatiekrediet zullen aandachtspunten als de benutting van het instrument door verschillende sectoren, de transparantie van het beoordelingsproces en de aansluiting op vervolgfinanciering opgepakt worden.

Bij het onderdeel kennisvouchers in de MIT wordt het budget nog niet volledig benut. EZK zal in gesprekken met stakeholders nagaan in hoeverre de MIT-kennisvouchers in de behoefte voor de inzet van externe kennis, bijvoorbeeld op het gebied van procesinnovatie, kunnen voldoen. De overtekening van de haalbaarheidsprojecten uit de MIT is een aandachtspunt dat meegenomen wordt in de gesprekken die EZK met de provincies gaat voeren over de MIT 2020, aldus staatssecretaris Keijzer.

Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/05/15/beantwoording-kamervragen-betreft-motie-van-der-lee-c.s.-over-sectorale-innovatie-voor-kleine-bedrijven

Terug naar overzicht