2016: Weidevogelbeheer centraal in subsidies natuurbeheer

Er gaat ook in Zuid-Holland een nieuw beleid in voor Agrarisch natuur- en landschapsbeheer per 1 januari 2016. Dit agrarisch natuurbeheer richt zich vooral op weidevogels. Bij de decentralisatie van natuurtaken in 2013 zijn de provincies verantwoordelijk geworden voor het natuurbeleid. Vervolgens is een landelijk project gestart door het ministerie van Economische Zaken, de provincies en de Stichting Collectieven Agrarisch natuurbeheer om het natuurbeleid te wijzigen.

Het beleid voor ontwikkeling en behoud van goede leefomstandigheden voor beschermde vogelsoorten leverde de afgelopen jaren onvoldoende op, vonden Rijk en provincies. Met het nieuwe Agrarisch natuurbeheer wordt doelmatiger en efficiënter ingezet op behoud van de weidevogels. Het nieuwe stelsel moet doelmatiger worden door met ingang van 2016 alleen subsidie te verstrekken in gebieden en bedrijfsonderdelen die geschikt zijn voor weidevogels.

Anderzijds moet dit gerealiseerd worden door de subsidie te verstrekken aan collectieven, waardoor de administratiekosten omlaag gaan. In een collectief kunnen Zuid-Hollandse agrariërs zich verenigen. Deze collectieven komen in de zomer van 2015 met een gebiedsaanvraag met daarin een aanbod voor hun prestatie voor de komende 6 jaar. De ideale omstandigheden voor het opgroeien van jonge weidevogels hangen samen met de (grond)waterstand, bemesting en het maaibeleid. De provincie gaat niet vastleggen hoe de agrariërs dit moeten aanpakken, maar laten de collectieven komen met een aanbod. De uitwerking van het beleid komt met een vernieuwde subsidieregeling in het natuurbeheerplan 2016. Hierin worden onder meer afspraken gemaakt over een maximaal percentage aan organisatiekosten.