Nieuws
13
Openstelling en subsidieplafonds 2018 voor subsidiemodules Topsector Energieprojecten gepubliceeerd
De Topsector Energie biedt jaarlijks ongeveer € 130 miljoen subsidie aan projecten en onderzoek op het gebied van energie-innovaties. In de vandaag gepubliceerde wijzigingsregeling zijn naast een aantal wijzigingen van de subsidiemodules, de openstellingsdata en subsidieplafond voor 2018 opgenomen. De Topsector Energie modules worden op 3 april 2018 opengesteld. Ook is de subsidiemodule Indirecte emissiekosten (ETS) aangepast.
De deadlines en budgetten voor de openstellingen van de Topsector Energie modules (titel 4.2) zijn:
- Biobased Economy en Groen Gas (BBEG): 18 september 2018, € 3.100.000;
- Hernieuwbare Energie: 31 maart 2018, € 50 miljoen;
- Carbon capture, utilisation and storage (CCUS): 25 september 2018, € 3.880.000;
- Waterstof: 25 september 2018, € 3.880.000;
- Urban Energy: 11 september 2018:
- Korte termijn innovaties aardgasloze wijken, woningen en gebouwen € 12.800.000,
- Zonnestroomtechnologieën (PV) € 4.150.000,
- Warmte en koude installaties € 2.900.000,
- Fysieke integratie € 1.400.000,
- Flexibele energie-infrastructuur € 4.150.000,
- Energieregelsystemen en -diensten € 2.850.000;
- Demonstratie energie-innovatie (DEI):
- 1e tender 24 april 2018, € 20 miljoen,
- 2e tender 2 juli tot en met 23 oktober 2018, € 20 miljoen;
- Joint industry projects: 29 mei 2018, € 5.750.000;
- Wind op zee R&D-projecten; 5 juni 2018, € 4.800.000;
- Topsector Energiestudies: 25 september 2018:
- CCUS € 7.760.000,
- niet zijnde CCUS € 5.088.000.
De subsidiemodule Indirecte emissiekosten (ETS) (titel 4.4 ) is geopend van 1 juni tot en met 31 augustus 2018. Het budget voor deze module is € 40 miljoen.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
- Biobased Economy en Groen Gas (paragraaf 4.2.2): de rangschikkingscriteria zijn aangepast zodat een project op alle criteria een bepaalde basisscore moet halen. Hierdoor zal het project breder aan het doel van deze subsidiemodule voldoen;
- Hernieuwbare energie (paragraaf 4.2.3): de afwijzingsgrond met betrekking tot de SDE+ is aangepast om ervoor te zorgen dat projecten op het gebied van windenergie op zee in aanmerking kunnen blijven komen voor subsidie. Ook is verduidelijkt in welke gevallen een samenwerking al dan niet als voldoende evenwichtig wordt aangemerkt;
- Carbon capture, utilisation and storage (CCUS) en Waterstof (paragraaf 4.2.5 respectievelijk 4.2.8): er zijn een aantal wijzigingen in de subsidiemodules aangebracht om ervoor te zorgen dat pilotprojecten op het gebied van CCUS en waterstof via verdeling op volgorde van binnenkomst van de aanvragen voor subsidie in aanmerking kunnen komen;
- Urban Energy (paragraaf 4.2.9): in deze subsidiemodule komen energiedemonstratieprojecten niet meer voor subsidie in aanmerking, omdat deze projecten al ondersteund worden in de Demonstratieregeling energie-innovatie (DEI) en het niet wenselijk is om deze op twee plaatsen aan te bieden. Ook is een afwijkende realisatietermijn opgenomen en het maximum subsidiebedrag beperkt voor Urban Energy-projecten als bedoeld in Urban Energy-programmalijn 0 (Korte termijn innovaties aardgasloze wijken, woningen en gebouwen);
- Demonstratie energie-innovatie (DEI) (paragraaf 4.2.10): in de subsidiemodule is verduidelijkt dat een pilot energie-efficiëntie voor de industrie (en in het vervolg ook een pilot biobrandstoffen) voor subsidie in aanmerking komt. Daarbij is de mogelijkheid geopend om ook subsidie te verlenen aan partijen die zijn gevestigd op Bonaire, Saba of Sint Eustatius;
- Energie en industrie: joint industry projects (paragraaf 4.2.12): deze module is zodanig aangepast dat de rangschikkingscriteria ervoor zorgen dat een project breder aan de doelstelling van deze subsidiemodule zal voldoen, in plaats van alleen aan bepaalde subcriteria. Ook wordt de kans vergroot dat kleine productontwikkelprojecten voor subsidie in aanmerking komen. Daarnaast is verduidelijkt in welke gevallen een samenwerking al dan niet als voldoende evenwichtig wordt aangemerkt;
- Wind op zee: R&D-projecten (paragraaf 4.2.13): het maximum subsidiebedrag per wind op zee R&D-project is opgehoogd om ervoor te zorgen dat ook grotere projecten voor subsidie in aanmerking komen;
- Systeemintegratiestudies (paragraaf 4.2.17): er is een aantal aanpassingen aangebracht om ervoor te zorgen dat in het vervolg naast haalbaarheidsstudies ook verkennende studies voor subsidie in aanmerking komen, in plaats van milieustudies, die binnen de programmalijnen van deze subsidiemodule vallen.
Contactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl