Regelingen watertechnologische innovaties gepubliceerd

De inhoud van deze nieuwe regelingen was overigens al grotendeels bekend, aangezien beide regelingen al eerder in conceptvorm waren gepubliceerd in het kader van een internetconsultatie.

Testen in pilotomgeving
Het doel van deze regeling is het stimuleren van de opschaling van watertechnologische innovaties die passen binnen de focusgebieden van het Groeiplan Watertechnologie (GPWT). Het GPWT is een programma in het kader het Nationaal Groeifonds (NGF). Binnen het GPWT is sprake van diverse programma's. Deze regeling is gericht op Programma 2 (Pilots en Testen).

Subsidie kan worden aangevraagd door een consortium dat bestaat uit minimaal één Nederlandse technologieontwikkelaar, één Nederlandse partij die de technologie naar de markt wenst te brengen (dat dezelfde partij kan zijn als de technologieontwikkelaar), één Nederlandse onderzoeksorganisatie met minimaal een uitvoerende rol in de opschaling van de innovatie naar een pilotomgeving en één eindgebruiker. Alle deelnemende partijen in het consortium hebben een substantiële vestiging die in stand blijft tot in ieder geval de datum waarop de beschikking tot vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden. Een buitenlandse partij die onderdeel uitmaakt van een consortium kan subsidie ontvangen, mits de inbreng van deze partij in het project bijdraagt aan een toename van het Nederlandse verdienvermogen.

Voor subsidie komen in aanmerking de loonkosten, investeringskosten, materiaalkosten en advieskosten, die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van één of meer van de volgende activiteiten:

• het testen en valideren van een prototype van de innovatieve watertechnologie in een laboratorium;
• het doorontwikkelen van een prototype van de innovatieve watertechnologie;
• het bouwen van een prototype van de innovatieve watertechnologie in een pilotomgeving;
• het testen en demonstreren van een prototype van de innovatieve watertechnologie in een pilotomgeving; en
• het monitoren en valideren van een prototype van de innovatieve watertechnologie in een pilotomgeving.

De steunintensiteit bedraagt maximaal 25% en kan in bepaalde gevallen worden opgehoogd naar 30% (voor een publieke of semi-publieke partij) of 50% (voor niet-economische experimentele ontwikkeling door een onderzoeksorganisatie) tot een maximum van € 1,5 miljoen per project.

Aanvragen kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De aanvraagperiodes zijn:

• voor de uitvoerperiode vanaf 23 januari 2026 tot en met 23 januari 2030 (budget € 10 miljoen): 23 oktober 2025 tot en met 23 januari 2026;
• voor de uitvoerperiode vanaf 1 december 2029 tot en met 1 december 2033 (budget € 8,4 miljoen): 1 september 2029 tot en met 1 december 2029.

Fullscale demonstratieprojecten
Het doel van deze regeling is het stimuleren van de uitvoering van fullscale demonstratieprojecten van watertechnologische innovaties binnen de focusgebieden van het Groeiplan Watertechnologie (GPWT). Het GPWT is een programma in het kader het Nationaal Groeifonds (NGF). Binnen het GPWT is sprake van diverse programma's. Deze regeling is gericht op Programma 3 (Fullscale demonstratie).

Subsidie kan worden aangevraagd door een consortium dat bestaat uit minimaal één technologieontwikkelaar of één watertechnologie integrator én één launching customer. Alle deelnemende partijen in het consortium hebben een substantiële vestiging in Nederland die in stand blijft tot in ieder geval de datum waarop de beschikking tot vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden. Een buitenlandse partij die onderdeel uitmaakt van het consortium kan subsidie ontvangen mits de inbreng van deze partij in het project bijdraagt aan een toename van het Nederlandse verdienvermogen.

Subsidie wordt verstrekt voor een fullscale demonstratieproject. Een fullscale demonstratieproject is een individueel project in Nederland dat past binnen de focusgebieden van UPPWATER, bestaande uit experimentele ontwikkeling waarbij individuele technieken zich bewijzen in een integrale oplossing en binnen de context van een normale bedrijfsvoering, in de fase voordat het een referentieproject wordt.

Voor subsidie komen in aanmerking de loonkosten, investeringskosten, materiaalkosten en advieskosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van één of meer van de volgende activiteiten:

• het bouwen van een fullscale demonstratie van een watertechnologische innovatie met als doel het worden van referentieproject;
• het functioneel in bedrijf stellen en houden van de fullscale demonstratie van een watertechnologische innovatie;
• de doorontwikkeling en optimalisering van de toegepaste innovatieve watertechnologie;
• het monitoren van de effectiviteit van de toegepaste innovatieve watertechnologie.

De steunintensiteit bedraagt maximaal 25% en kan in bepaalde gevallen worden opgehoogd naar 30% (voor een publieke of semi-publieke partij) of 50% (voor niet-economische experimentele ontwikkeling door een onderzoeksorganisatie) tot een maximum van € 2 miljoen per project.

Aanvragen kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De aanvraagperiodes zijn:

• voor de uitvoerperiode vanaf 23 januari 2026 tot en met 23 januari 2030 (budget € 13 miljoen): 23 oktober 2025 tot en met 23 januari 2026;
• voor de uitvoerperiode vanaf 1 december 2029 tot en met 1 december 2033 (budget € 4,7 miljoen): 1 september 2029 tot en met 1 december 2029.