Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

apr
5

Kamer geïnformeerd over eerste inschatting parameters WBSO 2019

Op basis van de voorlopige uitvoeringscijfers van RVO over 2017 en 2018 kan een eerste, voorlopige inschatting gegeven worden van de WBSO-sleutels in 2019. Dit gebeurt op verzoek van de Tweede Kamer (motie Veldman c.s. van 21 december 2017). Op basis van deze voorlopige inschatting zullen de percentages voor de eerste schijf (starters en niet-starters) en de tweede schijf met 1% worden verhoogd. De drempel voor de eerste schijf wordt opgehoogd met € 25.000.

Om de parameters voor 2019 definitief vast te stellen, zullen gegevens worden gebruikt die halverwege 2018 beschikbaar komen. Er is dan een definitief beeld van de over- of onderuitputting van de Research- en Development Aftrek in 2015 en de WBSO in 2017. Deze zijn beide van invloed op het beschikbare budget voor 2019. Ook kan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), op basis van de meest recente uitvoeringsgegevens, een betere inschatting maken van de ontwikkeling van het speur- en ontwikkelingswerk in 2019. De definitieve sleutels voor de WBSO zullen worden opgenomen in de sleuteltabel voor het lastenkader, die met Prinsjesdag beschikbaar komt. Meer informatie vindt u in de Kamerbrief

 

De Regeling S&O-afdrachtvermindering (WBSO) is een fiscale stimuleringsregeling waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten, overige kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O), ook wel Research & Development genoemd, compenseert. Er zijn twee soorten projecten waarvoor u een aanvraag kunt indienen:

  • de ontwikkeling van technisch nieuwe fysieke producten, fysieke productieprocessen of programmatuur;
  • technisch-wetenschappelijk onderzoek.

De WBSO is bestemd voor Nederlandse ondernemers die onderzoeksprojecten uitvoeren. WBSO kan worden aangevraagd door ondernemers die werknemers in dienst hebben die speur- en ontwikkelingswerk uitvoeren (in de WBSO-regeling aangeduid als ‘bedrijven’ of ‘S&O-inhoudingsplichtigen’) en die geen publieke kennisinstelling zijn. En door zelfstandigen die inkomstenbelasting betalen en jaarlijks 500 uur of meer aan speur- en ontwikkelingswerk verrichten.

Terug naar overzicht