Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

apr
3

IenW komt met nieuwe tranche voor verkeersveiligheid

Het Rijk heeft via de investeringsimpuls verkeersveiligheid € 500 miljoen beschikbaar gesteld om de verkeersveiligheid op provinciale, gemeentelijke en waterschapswegen te verbeteren. Tijdens de eerste twee tranches van de investeringsimpuls, oftewel de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 (SVVM) en de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022-2023 (SVVM22), hebben ruim 300 medeoverheden voor € 235 miljoen ontvangen voor infrastructurele maatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Met de nu aangekondigde derde tranche zet IenW een volgende stap in het vergroten van de effectiviteit van de investeringsimpuls, aldus Harbers.

Evaluatie tweede tranche
Afgelopen najaar heeft adviesbureau Goudappel een evaluatie uitgevoerd waarbij gemeenten, provincies en waterschappen zijn bevraagd over hun ervaringen met de tweede tranche en de mogelijke verbeterpunten voor de derde tranche. Uit het onderzoek komt naar voren dat medeoverheden de tweede tranche over het algemeen positief hebben ervaren. Ten aanzien van een aantal verbeterpunten heeft Goudappel aanbevelingen gedaan over hoe deze door te voeren in de regeling voor de derde tranche.

Goudappel constateert dat medeoverheden over het algemeen tevreden zijn over de menukaart. Slechts een aantal geeft aan specifieke maatregelen op de menukaart te missen. En ten aanzien van de kostenkengetallen per maatregel bestaat enige onvrede, wanneer de kosten achteraf hoger uit blijken te vallen en het Rijk die kosten niet vergoedt. Goudappel adviseert om in de informatievoorziening vooraf duidelijker te communiceren dat de rijksbijdrage er alleen is voor de verkeersveiligheidsmaatregelen en dat mogelijke extra kosten voor eigen rekening zijn.

Veel medeoverheden hebben de verdeelsleutel als een grote verbetering ervaren ten opzichte van de eerste tranche, waarbij het molenaarsprincipe gold (wie-het-eerst-komt-die-het-eerst-maalt). Tegelijkertijd constateert Goudappel dat een aantal medeoverheden als gevolg van de verdeelsleutel worstelt met een lager subsidiebedrag. Hierdoor zouden grotere maatregelen minder worden aangevraagd en komt de focus vooral op kleinere maatregelen te liggen.

Veel medeoverheden sturen aan op een doorontwikkeling van de verdeelsleutel. Zij suggereren om verkeersveiligheidsrisico’s te betrekken bij de bepaling van de plafondbedragen per medeoverheid. Dit houdt in dat het plafondbedrag van medeoverheden met relatief veel verkeersveiligheidsrisico’s hoger wordt dan het plafondbedrag van overheden met minder risico’s.

Over de informatievoorziening vanuit IenW zijn de medeoverheden over het algemeen zeer tevreden. Wel constateert Goudappel dat de medeoverheden liefst zo snel mogelijk op de hoogte gesteld worden over de (vormgeving van de) volgende tranche. Medeoverheden hebben tijd nodig om hun deel van de financiering te regelen via de decentrale begrotingscyclus. Wanneer de medeoverheden in een vroeg stadium op de hoogte worden gebracht, hebben zij voldoende tijd om die te regelen. Ook voor de (duur van de) openstellingsperiode van het loket om een aanvraag voor de investeringsimpuls in te dienen zijn de medeoverheden het liefst in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte.

Tijdens de eerste en tweede tranche heeft 84% van de medeoverheden een aanvraag gedaan voor één of beide tranches van de investeringsimpuls. De redenen van medeoverheden om geen aanvraag te doen lopen sterk uiteen. Vooral (een gebrek aan) personeelscapaciteit, de financieringsconstructie, een gebrek aan plannen en de duur en het moment van openstelling van het aanvraagloket rond de zomer spelen daarbij een rol, aldus Goudappel.

Invulling derde tranche
Ook de derde tranche van de investeringsimpuls verkeersveiligheid zal zich richten op bewezen (kosten)effectieve infrastructurele maatregelen. Ten opzichte van de tweede tranche zijn er enkele voorgenomen wijzigingen. Deze wijzigingen worden de komende maanden verder uitgewerkt, samen met de partners van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV), zo schrijft Harbers.

Eén van de belangrijkste wijzigingen in de derde tranche is het herzien van de menukaart. Met de beoogde herziening wordt een volgende stap gezet in het nog gerichter inzetten op de kosteneffectieve maatregelen. Daarbij worden er, mede op voorspraak van de medeoverheden, naar verwachting enkele maatregelen toegevoegd aan de menukaart, bijvoorbeeld de inrichting van het nieuwe wegtype gebiedsontsluitingsweg 30 km/u (GOW30). Ook geeft IenW bij de totstandkoming van de menukaart extra aandacht aan de risicogroep ouderen en seniorproof wegontwerp.

Ook worden de kostenkengetallen uit 2022 geüpdatet en doorgerekend voor het jaar 2026. Hoewel IenW ernaar streeft de aanvragen voor de derde tranche nog in 2024 te honoreren, is 2026 gekozen als rekenjaar om zo zoveel mogelijk aan te sluiten op de daadwerkelijke kosten op het moment dat medeoverheden beginnen met de uitvoering van de infrastructurele werkzaamheden.

Een andere voorgenomen wijziging is het verder structureren van de communicatie richting de medeoverheden. Hieronder valt het tijdig en proactief informeren over de menukaart en het aanvraagformulier voor de derde tranche, het proces van indienen van een aanvraag, de verdeelsleutel en de planning van de subsidieverlening. Dit heeft tot doel de deelname van gemeenten te stimuleren en beter aan te sluiten op de decentrale besluitvorming.

Verder zal de financiële ruimte binnen de derde tranche worden verruimd waardoor het gehele resterende bedrag van de investeringsimpuls binnen één regeling kan worden ingezet. Ook zal er gewerkt worden met meerdere aanvraagtijdvakken, waarbij voor alle aanvraagtijdvakken straks dezelfde spelregels gelden. Bijkomstig zal de regeling dan ook een langere looptijd moeten kennen. De minister van IenW zal per aanvraagtijdvak besluiten over de beschikbare budgettaire ruimte voor dat tijdvak.

Doordat het plafondbedrag per medeoverheid op deze manier bepaald kan worden op het totaal resterende budget, ontstaat enerzijds de ruimte voor medeoverheden om te kiezen voor grotere maatregelen en anderzijds geeft het medeoverheden de mogelijkheid om een aanvraagtijdvak te kiezen dat goed aansluit bij de lokale beleidscyclus. Voor het plafondbedrag wordt verkend of behalve het aantal kilometer wegen in beheer ook het aantal kilometer fietspad kan worden betrokken bij de bepaling van het plafondbedrag.

Tot slot zijn er tijdens voorgaande tranches de nodige lessen getrokken voor wat betreft het aanvraagproces en de verantwoording over de rijksbijdragen. Voor de derde tranche bekijkt IenW of de hoeveelheid gevraagde informatie kan worden beperkt en het aanvraagformulier verbeterd, aldus Harbers.

Meer informatie
Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-infrastructuur-en-waterstaat/documenten/kamerstukken/2024/03/28/doorontwikkeling-investeringsimpuls-verkeersveiligheid

Terug naar overzicht