Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

okt
1

Rekenkamer betwijfelt effectiviteit Woningbouwimpuls

De Wbi is het belangrijkste financiële instrument van het Rijk om de woningnood in Nederland te bestrijden. Voor de Wbi is in de periode 2020-2024 in totaal € 2,25 miljard gereserveerd. Het gaat daarbij om een bijdrage van de rijksoverheid aan gemeenten om hen te helpen 'sneller, meer én meer betaalbare' woningen te realiseren.

Een Wbi-bijdrage zorgt bij projecten echter niet voor snellere woningbouw, maar wel voor meer betaalbare woningen. Het is bovendien dus twijfelachtig of de Wbi tot meer woningen leidt, zo stelt de Rekenkamer na een onderzoek waarbij projecten die een Wbi-bijdrage hebben gekregen, zijn vergeleken met projecten die zijn afgewezen voor een Wbi-bijdrage.

Even vaak vertraagd
Eén van de voorwaarden voor een Wbi-bijdrage is dat de bouw start uiterlijk drie jaar na de toekenning van het geld. Dat betekent dat alle projecten die in ronde 1, 2 en 3 van de Wbi geld hebben ontvangen, uiterlijk in december 2024 hadden moeten starten met bouwen. In werkelijkheid was op dat moment maar 62% van die projecten gestart. Bij de overige 38% waren de bouwwerkzaamheden nog niet begonnen.

Dat is ongeveer gelijk aan de vertraging bij projecten uit dezelfde periode die zijn afgewezen voor een Wbi-bijdrage. Daarvan was 67% in december 2024 begonnen met bouwactiviteiten en was 33% nog niet gestart. Daar komt bij dat de projecten zonder Wbi-bijdrage die al zijn begonnen met bouwen, meestal verder gevorderd zijn dan de reeds gestarte Wbi-projecten. Op basis van deze cijfers is te concluderen dat de Wbi er niet voor zorgt dat bij woningbouwprojecten sneller wordt gestart met bouwactiviteiten.

Niet de oplossing voor vertraging
Eén op de drie onderzochte Wbi-projecten is vertraagd door een lange wachttijd bij de Raad van State bij (hoger)beroepsprocedures. Om een vergunning te krijgen, moeten vaak onderzoeken worden uitgevoerd naar allerlei onderwerpen: van onderzoeken naar geluid, grondwater en stikstof tot parkeerdruk, verkeersontsluiting, netcongestie en beschermde diersoorten. De toekenning van de Wbi-bijdrage voorkomt langlopende procedures bij de Raad van State niet. Meer publiek geld is hier dus niet de oplossing, zo stelt de Rekenkamer.

Twijfelachtig of Wbi leidt tot meer woningen
Het is volgens de Rekenkamer niet vast te stellen of de projecten die een Wbi-bijdrage hebben ontvangen, anders niet waren doorgegaan. Dit stelt de minister zelf ook in haar brieven aan de Tweede Kamer en wordt onderschreven door de Toetsingscommissie. Zeker is in ieder geval dat van de onderzochte projecten waarvan de aanvraag voor een Wbi-bijdrage werd afgewezen, ook de meeste wel doorgaan. Een ander aspect hieraan is dat de capaciteit van gemeenten en de bouwsector beperkt is. Het is daarom mogelijk dat een Wbi-project ten koste gaat van andere projecten.

Wel hoger percentage betaalbare nieuwe woningen
Er is dus wel een duidelijk effect van de Wbi bij het percentage betaalbare woningen bij nieuwbouwprojecten. Vrijwel alle Wbi-projecten voldoen nog steeds aan de door de minister gestelde eis dat minimaal de helft van de woningen betaalbaar moet zijn. Bij een aantal projecten die geen Wbi-bijdrage kregen, daalde het aandeel betaalbare woningen onder de 50%. Bij twee van deze projecten is zelfs maar zo’n 30% van de woningen betaalbaar.

Dit is een opvallend verschil met de projecten die wel een Wbi-bijdrage ontvingen. Dit is een duidelijk effect van de Wbi. Op de lange termijn is betaalbaarheid van de woningen echter beperkt gegarandeerd. In het vorige onderzoek ('Aanpak woningtekort' uit 2022) raadde de Rekenkamer de minister namelijk al aan om de betaalbaarheid op lange termijn te garanderen. Dit blijft een belangrijk punt van aandacht om uiteindelijk het doel van voldoende betaalbare woningen te bereiken.

Meer samenhang in beleid voor woningbouw nodig
Het onderzoek doet de aanbeveling om de Wbi te heroverwegen of fundamenteel aan te passen. Voor dat laatste ziet de Rekenkamer twee mogelijkheden: een brede Wbi met als enig doel betaalbaarheid of een Wbi gericht op een beperkte doelgroep van complexe woningbouwprojecten met een specifiek doel.

Een andere belangrijke aanbeveling uit het onderzoek is om de diverse knelpunten voor woningbouw meer in samenhang te bezien. Dat betekent dat voor het versnellen en verhogen van de woningbouw(productie) ook flankerend beleid nodig is, naast financiële instrumenten zoals de Wbi. Dat kan bijvoorbeeld via het verkorten van procedures en het beschikbaar maken van meer bouwlocaties. De minister heeft aangekondigd dit te willen doen, maar heeft ondertussen ook een nieuwe ronde van de ‘oude’ Wbi aangekondigd.

Meer informatie
Kijk voor meer informatie op: https://www.rekenkamer.nl/actueel/nieuws/2025/09/30/twijfelachtig-of-woningbouwimpuls-leidt-tot-meer-en-snellere-woningbouw

Terug naar overzicht